AFSTEMPELINGEN OP OBC NR. 30 & 46
De langlopende postzegels met de beeltenis van koning Leopold II, Officiële Belgische Postzegelcatalogus (OBC) nr. 30 en 46, kan men rekenen tot die postzegels waarvan de verschillende kantorenafstempelingen enthousiast worden bijgehouden. Het is, vroeg of laat, uiteindelijk de bedoeling dat de verzamelde objecten worden gecatalogeerd en geordend: het eerste om te vermijden dat afstempelingen tweemaal worden aangeschaft, het tweede om de verzameling overzichtelijk voor te stellen.
Het maken van een mancolijst berust op wat er normaal gezien van het onderwerp bestaat. In principe kunnen dan pas de zaken worden geordend omdat voor ontbrekende items plaats vrij kan worden gehouden. Het klasseren van afstempelingen berust op het bestaan van postkantoren in de gebruiksperiode van de gekozen postzegel. Hiervoor werd in hoofdzaak het boek “Dictionnaire des bureaux de Poste de Belgique de 1930 à 1983” van Albert Degreef geraadpleegd, alsook de aanvullingen die verschenen in het tijdschrift “Belgica” (la Reve Postale – Kwartaalblad voor Filatelie).
De informatie over de postkantoren in de gebruiksperiode van de postzegels OBC nr. 30 en 46, werd samengebracht in een tabel (naam, openingsdatum, soort kantoor en datum en aard van eventuele wijzigingen). Uit dit basisbestand waarin de postkantoren alfabetisch geklasseerd zijn, werden 2 lijsten gemaakt met postkantoren die relevant zijn voor nr. 30 en 46. Omwille van het feit dat in de gebruiksperiode van de zegel OBC nr. 30 verschillende stempeltypes elkaar a.h.w. opvolgden, werden voor dit zegel drie aparte lijsten gemaakt: puntafstempeling, dubbelcirkel- en enkelcirkelafstempeling. De enkelcirkelafstempeling met dubbele uur vermelding werden apart geklasseerd en dit omwille van het feit dat deze stempels niet consequent in alle kantoren werden gebruikt.
Soorten afstempelingen (punt, dubbel cirkel, enkel cirkel met dubbele en enkele uur aanduiding) op OBC nr. 30.
Bij het monteren van de verzameling op A4-bladen werd afgestapt van de alfabetische invulling. Zelfs per provincie viel het aantal lege plaatsen voor ontbrekende afstempelingen op de meeste bladen tegen. Dit is te wijten aan de overal spreiding tgv. de alfabetische klassering van moeilijk vindbare afstempelingen van kleine kantoren of kantoren met een korte bestaanstijd in de gebruiksperiode van de postzegel.
Een aantal postkantoren in deze lijsten is niet gelijk : kantoren later geopend, vroeger gesloten, veranderd van naam of met een andere functie. Door de kantoren in de lijsten te rangschikken volgens de functie, werden relatief gemakkelijke kantoorafstempeling bij elkaar geplaatst. Er ontstonden kleinere reeksen afstempelingen met verschillende zeldzaamheid. De gebruikte codes voor het “type kantoor” zijn deze die in het bovenstaande boek worden gehanteerd. De voornaamste worden hieronder weergegeven.
A = Afgiftekantoor
( Dépot) |
DIS = Distributiekantoor
(Distribution) |
OK = Overdraagkantoor
(Dépot Relais) |
BK = Bijkantoor
( Bureau annexe) |
GO = Gemengde ontvangkantoor
(gemengde ontvangerij, station perception) |
OO = Onderontvangkantoor
(onderontvangerij, sous-perception) |
DIR = Directiekantoor
(Direction) |
O = Ontvangkantoor
(Ontvangerij, Perception) |
Eveneens gemaakt: klassement en bladen met ambulante stempels, met naamstempels, met telegraafstempels, alsook voor kantoren met naamwijziging (NA), gesloten (GE+jaartal) en geopend kantoren (ontvang-, onderontvang-,overdraag- en bijkantoor, ook met jaartal). Het cijfer na de code voor het type kantoor verwijst naar het jaar van de gebeurtenis: vb. A89 geopend afgiftekantoor in 1889; GE86 is een kantoor dat werd gesloten in 1886.
Er werd ook rekening gehouden met kantoren die gedurende de gebruiksperiode van een stempeltype of postzegel van kantoorfunctie veranderden. Hiervoor werden klassementen en tentoonstellingsbladen gemaakt met titels: Onderontvangkantoren worden ontvangkantoren en omgekeerd – Gemengde ontvangkantoren worden ontvangkantoren – Gemengde ontvangkantoren worden onderontvangkantoren en omgekeerd – Overdraagkantoren worden onderontvangkantoren – Afgiftekantoren worden onderontvangkantoren, e.a.
De verzamelde gegevens van de kantoren laat toe voor elk kantoor een korte geschiedenis door te geven. Dit werd aan de verzameling toegevoegd. In bijgevoegde pdf-file is het 7de verzamelblad ingevoegd voor ontvangkantoren zegel 46.
Het verzamelen van dergelijke afstempelingen is een langdurig proces, waarbij men afstempelingen vindt die niet in de mancolijst zijn opgenomen of waarvan men vaststelt dat er meerdere afstempelingen van bepaalde kantoren bestaan waarvoor slechts 1 plaatsje op de verzamelingsbladen is voorbehouden (zie scans hieronder). Inventiviteit biedt hier de oplossing.
Grote en kleine “DE” Dubbelcirkelstempels in 1886 en 1892 Stempel EST 3 (groot en klein) Stempels Bruges Station (geopend 1886)
Stempel GAND (FAUB. DE BRUGES) en Wervicq (ontvangkantoor)
De verzameling van de afgestempelde postzegel met nummer 30 werd hier en daar voor bladvulling voorzien van een brief. Voor de puntstempels op OC nr. 30 werden 18 p klaargemaakt; voor de dubbelcirkelstempels 22 p en voor de enkelcirkelstempels 40 p. De verzameling van de afgestempelde postzegels met nummer 46 bevat eveneens enkele poststukken. Deze verzameling bestaat uit 83 A4-bladen.
Beide postzegels waren standaardzegels voor binnenlandse dienst en werden massaal gebruikt. Er bestaan hiervan enorm veel gestempelde zegels en poststukken, die frequent worden aangeboden. Met zo’n hoop filatelistische materiaal werden kleine extra deelverzamelingen gecreëerd:
- Bladen met maandelijkse afstempeling (dubbelcirkel & enkelcirkel) op postzegels over de ganse gebruiksperiode OBC 30 & 46 (1873-1894)
- Bladen met brieven met stempeltypes op OBC nr. 30 (15 p)
- Bladen met 2 à 3 brieven per maand met OBC nr 30 : periode 1870 à 1883
- Bladen met postwaardestukken met OBC nr. 46 afbeelding(41 p)
Het boekje “Variétés du timbre de 10 centimes carmin, émission 1884 van A. De Geyter is een stevige handleiding om te starten met een verzameling plaatfouten.