Onderstaand artikel is verschenen in het tijdschrift Loven Boven nr. 383 (2018)
Kiezen is verliezen
Kristel Kouwer
Zoals jullie al in enkele uitgaven van het clubblad Loven Boven hebben kunnen ontdekken, worden er in de laatste edities korte artikeltjes over postkaarten van Leuven gepubliceerd. Samen met de afbeeldingen van zowel oudere, als recentere kaarten, worden er geschiedkundige weetjes, historische bijzonderheden, unieke gebouwen, evoluties van ruimte en omgeving en natuurlijk het leven van de Leuvenaars belicht.
Waarom handelt dit nu specifiek over Leuven en omgeving ? Leuven is mijn stad. Ik ben er in de ‘golden sixties’ geboren en heb er als kind, tiener en volwassene gewoond, geleefd en lief en leed gedeeld. Het antwoord is dus eenvoudig : uit nostalgie.
Leuven omvat mijn leven. Leuven zijn mijn roots. Ik heb er de volkse Leuvense sfeer mogen proeven, zat als kind met grote ogen en nog grotere oren te luisteren naar dat voor mij toen nog vreemde dialect. Ik heb er de sappige veelzeggende spreuken geleerd, de ‘vuile liekes’, de familiebanden, de roddels, de oorlogsverhalen, maar ook de niet aflatende moed, het harde werken, de eenvoud en de terechte bezorgdheid voor elkaar. Wat het betekent om een ‘Leuvenaar’ te zijn ? Dat is een antwoord die iedere Leuvenaar voor zichzelf het beste kan invullen. Voor mij betekent het in de eerste plaats de band met mijn verleden.
Het lijkt me dan ook niet ongewoon dat mensen, en hiermee bedoel ik zowel postzegel- als postkaartenverzamelaars, dikwijls verzamelingen opstarten met een link naar hun geboortestreek of over gebieden waarmee ze een speciale affiniteit hebben. Als postzegelverzamelaar zal het hanteren van het pincet, het draaien van de zegel, het speuren naar de tanding, het ontcijferen van de afstempeling, het bladeren in de catalogus en het ultieme moment van interpretatie van de zegel en de kwaliteit ervan, een zucht van rust en genot aan je lippen laten ontsnappen … heerlijk ! Als postkaartenverzamelaar zijn het vele lezen in oude boeken, maar ook het raadplegen van recente werken een geweldige bron van informatie. Het geduld en de inspanningen om kennis te vergaren die historisch juist is en deze in een correcte context te plaatsen, is niet eenvoudig. Je dient er zelf naar op zoek te gaan en het is meestal een koortsachtige zoektocht. Maar zo vind je de geschiedenis over dat ene gebouw, die specifieke buurt of ontdek je – zoals het mij overkwam – toevallig je eigen opa op een unieke Leuvense postkaart, waarvan je het bestaan niet eens vermoedde. En dan is er de afbeelding van de prentbriefkaart zelf : die ene foto, genomen op dat unieke moment door die fotograaf en gedrukt en uitgegeven door die specifieke uitgever. Je situeert de locatie in je hoofd, graaft naar je eigen herinneringen, je vergelijkt en beleeft een stukje van je verleden opnieuw. Je kruipt als het ware in de kaart en herbeleeft je eigen herinneringen. En wanneer dat gebeurt, is alles mogelijk. Wat een heerlijke ontsnappingsroute !
En dan draai je de postkaart om en zie je dat ze ‘gelopen’ heeft en op dat eigenste moment vallen twee werelden samen: de wereld van de filatelie en de wereld van de postkaartenverzamelaar. Wie heeft de prentbriefkaart geschreven : een nobele onbekende, priester, politicus, directeur, student, toerist of soldaat; en aan wie ? Wat is de inhoud : beste groeten, lieve wensen, een uitnodiging, informatie, liefde, geld of een verdoken boodschap ? En de postzegel : is hij intact, en afgestempeld in ‘Louvain station’ ? Welke datum staat op de stempel ? En komt de datum van de afstempeling overeen met de afbeelding van de prentbriefkaart ? Kan op die manier bewezen worden dat de afbeelding van de prentbriefkaart ook effectief klopt; dat met name de historische weergave van de afbeelding op de kaart ontegensprekelijk juist is door de afstempeling van de postzegel op de achterzijde ? Het antwoord hierop is eveneens niet zo gemakkelijk te geven.
Wat mij betreft liggen de filatelie en het verzamelen van prentbriefkaarten korter bij elkaar dan dat men ons tot vandaag de dag wil doen geloven. Het tonen van welbepaalde prentbriefkaarten, samen met de scan van de postzegel, biedt extra informatie aan de toeschouwer en kan bij sommige kaarten niet alleen bewijzen wanneer precies de kaart circuleerde, maar ook of de publicatie van het getoonde beeld effectief op de dag van de afstempeling genomen werd, wat mijn inziens een redelijk bewijs van historische echtheid oplevert en de waarde van de prentbriefkaart aanzienlijk kan doen stijgen.
Dat is dan ook de reden dat ik, ongebonden aan allerlei verzamelregeltjes, iedereen wil laten meegenieten van een prentbriefkaart met een uniek beeld van Leuven aan de voorzijde en een scan van de postzegel met afstempeling die zich aan de achterzijde bevindt. En af en toe, heel misschien, wanneer postkaart en postzegel een unieke symbiose vormen, valt dit allemaal samen in één puur moment van intens verzamelgeluk … zoals je hieronder kan beleven in een kleine studie over :
De natuurramp te Leuven op 14 mei 1906
Op de volgende pagina wordt de voorzijde van een postkaart afgebeeld over de overstroming te Leuven met vermelding van 14 mei 1906. Het beeld werd genomen te Herent aan het Windgat. Er worden twee stenen brokstukken van 4 ton getoond die door de aardverschuiving op 100 meter van de overstroming werden geprojecteerd. Uitgegeven door L. Delinte, Leuven. Op 14 mei 1906 barstte iets na de middag een bijzonder hevig onweer los boven Leuven. Het bliksemde en donderde bijna aanhoudend. Enorme hagelbuien en hevige regen teisterden onafgebroken gedurende 5 uren de stad. In de vallei tussen de Keizersberg en de Roeselberg ( waarboven nu de snelweg E314 loopt ) kon het water door de gemetselde duiker van het Windgat niet snel genoeg wegvloeien. Er ontstond een meer van 18 m breed, 200 m lang en 6,5 meter diep. De kolkende watermassa sleurde steenbrokken, berm en wegdek mee en sloeg een diepe bres in de Mechelsesteenweg. Deze overstroming berokkende veel schade aan de Leuvense huizen, landerijen, bruggen en wegen en liet een gigantische modderbrij achter in het centrum van de stad.
Achterzijde postkaart over de overstroming te Leuven op 14 mei 1906.
Historisch : Leuk Franstalig bericht tussen een studente uit het Instituut Maria van Bethlehem te Herent (Leuven) en een verwante te Ieper om te melden dat ze op 14 mei 1906, de dag van de overstromingsramp te Leuven dus, een ontspannen en rustige namiddag te Brussel beleefde en dit net op het moment dat de hel te Leuven losbarstte. Hierbij vermeldde ze dat ze zich verwonderde over het feit dat niemand ook maar een donderslag gehoord had. Wat een geweldige klimatologische en historische info !
Postaal : Postzegel met vertrekstempel Herent op 21 mei 1906 tussen 10 en 11 uur – aankomststempel Ieper op 21 mei 1906 tussen 18 en 19 uur – postbode-stempel.
Conclusie : Het beeld van deze prentbriefkaart werd genomen tussen 14 mei 1906, de dag van de overstromingsramp te Leuven en 21 mei 1906, de dag van het versturen van de kaart. Dit wil zeggen dat binnen een tijdspanne van maximum 6 dagen uitgeverij L. Delinte te Leuven van de foto een prentbriefkaart heeft gedrukt en deze in circulatie heeft gebracht. In het jaar 1906 werd tijdens een overstromingsramp te Leuven s’ morgens een prentbriefkaart gepost en werd deze ’s avonds afgeleverd voor 5,00 Belgische cent ! Iets om over na te denken in 2018 …
Hieronder ziet men de voorzijde van een postkaart die eveneens met een beeld van de overstroming te Leuven op 14 mei 1906. Deze prentbriefkaart toont wat de natuurramp aanrichtte aan het gebied “ het Windgat ” aan de Mechelse-steenweg te Leuven Er werd een bres van 30 meter geslagen en men kan hier ook duidelijk de zware brokstukken zien die door het water meegesleurd werden. Een aantal kinderen zijn er zelfs opgekropen. Het door de overstroming gevormde meer is hier ook duidelijk zichtbaar. Deze postkaart werd uitgegeven door L. Lagaert.
Achterzijde postkaart over de overstroming te Leuven op14 mei 1906.
Historisch : Er wordt vanuit Leuven een Franstalig bericht gestuurd door een mevrouw aan een kennis in Stekene. De prentbriefkaart bevat informatie over de natuurramp in Leuven op 14 mei 1906 en de correspondente meldt dat de postkaart de fameuze bres van het gebied “ het Windgat “ toont, waarnaar ze vandaag ( 31 mei ) gaan kijken is. Niemand zou immers geloven dat water zo’n kracht heeft. Wat dichter bij de stad bevindt zich de Césarsberg met vergezicht en de stad aan zijn voeten, maar ze verzekert dat ze behoorlijk heeft moeten klimmen en men kan wel stellen dat het bergachtig is. De stad Leuven bevindt zich in een bekken, omgeven door heuvels. …
Postaal : Postzegel met vertrekstempel “ Louvain Station “ op 31 mei 1906 tussen 8 en 9 uur – Aankomststempel postkantoor van Stekene op 31 mei 1906 tussen 18 en 19 uur.
Conclusie : Deze prentbriefkaart toont aan de voorzijde een afbeelding over de uitzonderlijke natuurramp te Leuven met datumvermelding van 14 mei 1906 en bevat aan de achterzijde een Franstalige correspondentie die plaatsvond op 31 mei 1906 tussen een vrouw die de gevolgen van de natuurramp persoonlijk heeft vastgesteld en een juffrouw uit Stekene. Dat wil zeggen dat we hier uit kunnen besluiten dat 16 dagen na de ramp de bres in het Windgat aan de Mechelsesteenweg nog niet gedicht was en nog een behoorlijke indruk op de mensen maakte.
Onderstaande postkaart toont ons eveneens een beeld van de natuurramp te Leuven op 14 mei 1906 van de Keizersberg aan de Mechelsestraat. Men ziet hier duidelijk welk een gigantische modderafzetting zich tegen de flanken van de ‘Mont César’ bevindt. Deze postkaart werd uitgegeven door L. Lagaert. Deze modderstroom baande zich langs alle hoger gelegen gebieden een weg tot in het lager gelegen centrum van Leuven en richtte een nooit geziene ravage aan.
Achterzijde postkaart over de overstroming te Leuven op14 mei 1906.
Historisch : Op deze prentbriefkaart over de overstroming aan de Keizersberg te Leuven heeft een mevrouw Paula een prentbriefkaart gestuurd aan een kennis, mejuffrouw Blanche Verbeke, uit Stekene. Deze prentbriefkaart bevat geen geschreven bericht, uitsluitend een ondertekening met voornaam aan de voorzijde van de kaart. Na vergelijking met de vorige prentbriefkaart over de overstroming aan het Windgat gaat het wel degelijk over dezelfde afzender. Beide prentbriefkaarten werden eveneens naar dezelfde bestemmeling in Stekene gestuurd ( gezien de naam kunnen we dit veronderstellen ) al werd er al eens een ander huisnummer gebruikt: 134 ten opzichte van 131 !
Het bestaan van een frequentere prentbriefkaartcorrespondentie tussen dezelfde personen biedt aan verzamelaars de mogelijkheid om al dan niet historische gebeurtenissen in een ruimere context te kunnen plaatsen en een chronologische opbouw van bepaalde gebeurtenissen te kunnen volgen. Dit is alleszins leuk om te reconstrueren en te ontdekken !
Uitgever L. Lagaert viel op deze prentbriefkaart duidelijk ten prooi aan een drukfoutje. De natuurramp te Leuven gebeurde wel degelijk op 14 mei 1906. Op de vorige postkaart, van dezelfde uitgever, werd deze fout niet gemaakt.
Postaal : Op deze postkaart van de overstroming aan de Keizersberg te Leuven bevindt zich een postzegel met verstrekstempel vertrek “ Louvain Station “ op 22 mei 1906 tussen 10 en 12 uur. Er is geen aankomststempel aanwezig. Leuk om te ontdekken dat er reeds 9 dagen vóór de vorige prentbriefkaart eentje verstuurd werd over dezelfde historische gebeurtenis te Leuven, echter toen nog zonder enig commentaar bij de gebeurtenis.
Conclusie : Uitgeverij L. Lagaert bracht meerdere prentbriefkaarten uit over de natuurramp te Leuven op 14 mei 1906, maar heeft bij deze specifieke serie een drukfout in de datum gemaakt.
Het is belangrijk om prentbriefkaarten in een ruimer kader te zien en dit kan ondermeer door na te gaan of er al dan niet meerdere correspondentie tussen dezelfde personen plaatsvond, zoals bij de laatste twee prentbriefkaarten het geval was.
Indien prentbriefkaarten gebruikt worden als communicatiemiddel kunnen zowel de inhoud van de teksten, als de postale kenmerken ons heel wat informatie verschaffen.