Onderstaand artikel is verschenen in het tijdschrift Loven Boven nr. 394 (2021)
DE RAT
Kristel Kouwer
Er wordt wel eens beweerd: “Waar mensen zijn, zijn muizen”. Zou dit ook voor de rat van toepassing zijn ? De geschiedenis leert ons alleszins van wel, ook in Leuven. Er zijn de rampen, de ziekten, de volksverhalen, de legendes, de humor en natuurlijk de straatnamen waarin de rat centraal staat en die ons aan dit zijdezachte, trippelende en kweekgrage knaagdier herinneren.
Het terechte advies van onze hoofdredacteur indachtig dat het niet echt noodzakelijk is om levensverhalen te vertellen, wordt uiteraard – in zekere mate – gerespecteerd. Toch mogen enkele grappige anekdotes van typische Leuvense humor, met de rat in de hoofdrol, niet ontbreken. Hoeveel rasechte Leuvense grootmoeders trokken hun kleinkind niet tegen de schort van hun volumineuze boezem met de woorden: “M’n ratteke, kom es hie!”. Vermoedelijk hebben deze frequente acties voor een tijdelijk zuurstoftekort in mijn hersenen gezorgd, met alle gevolgen van dien ! Later, wonend in het kleinste huisje dat in het Leuvense stadscentrum bestond, zou de inwonende huiskater maandenlang verdacht worden van een ongecontroleerde nachtelijke vraatzucht. Een vroege morgen indachtig werd ik geconfronteerd met de bourgeoisie van de Leuvense rattenpopulatie die maar al te graag aanschoof in mijn driesterrenrestaurant waar het heerlijk blikvoer royaal werd aangeleverd. Diner was served ! Of zegt dit eerder iets over de kater?
Maar wat weten we nog over de rat ? De rat is een zoogdier die behoort tot de orde van de knaagdieren en de familie van de muisachtigen. Er zijn verschillende soorten ratten, waaronder de bruine rat, de zwarte rat, de laboratoriumrat, de waterrat, die een variant is van de bruine rat en de tamme rat.
Prentbriefkaart muskusrat – uitgifte nationaal museum van Canada – niet gelopen
De meest voorkomende rat in de Europese gebieden is de bruine rat. Deze bruine rat komt vooral negatief in beeld door zijn reputatie van ziekteoverbrenger, waaronder ook de pest. Dit was dan ook de voornaamste reden dat later in Leuven grote delen van de Dijle ondergronds werden gelegd. De onhygiënische leefomstandigheden van de Leuvenaar, het afval in het leefgebied van de mens, de aanwezigheid van de Dijle en het ontbreken van een rioleringsstelsel, zorgden er voor dat de ratten kort bij de mensen leefden en automatisch deel uitmaakten van hun biotoop. Dit zou leiden tot enkele grote pestrampen die Leuven teisterden in 1315, 1349, 1367, 1413-1414, 1494, 1532, 1543-1544, 1545-1547, 1556-1557, 1578-1579, 1634‑1636 en 1651. Het vruchtbaar zijn van de wijfjesrat alle 3 weken en de geboorte van telkens tot maximaal 20 rattenjongen per keer, waarvan de wijfjesratten op hun beurt al op 6 weken vruchtbaar zijn, zorgde voor een gigantische toename van de rattenpopulatie op vrij korte termijn. Eén vruchtbaar rattenpaartje kon jaarlijks tot 2000 nakomelingen voortbrengen.
Oorspronkelijk was de zwarte rat de belangrijkste overbrenger van de pestepidemie bij de mens. Wanneer een zwarte en een bruine rat samen geplaatst worden, zal de zwarte rat steeds de bruine rat doden en meestal ook verorberen. Toch kon de bruine rat zich beter aanpassen aan het koude klimaat en zou de massale opkomst van de bruine rat, voornamelijk door de toename van de scheepvaart, de zwarte rat uit Europa verdringen en gelukkig maar, want de vlooien van de zwarte rat waren de belangrijkste overbrengers van de pest. In de Leuvense parochie Sint-Jacob werd op O.H.- Hemelvaart, na de verschrikkelijke pestplaag van 1578, een jaarlijkse pestprocessie georganiseerd.
De Leuvense Rattemanspoort bevindt zich naast het huidige café Den Delper. Het is een doodlopend steegje in de Parijsstraat en bereikbaar via een doorgangspoort in een huizenrij, die in de jaren zestig uitgaf op de KBC-parking. Oorspronkelijk was het een Patriciërshuis uit de 13de eeuw en het lag binnen de eerste ringmuur. Tijdens de 13de en 14de eeuw was het straatje met de woonhuizen en pakhuizen eigendom van de familie Ratteman (what’s in a name !). Deze familie behoorde tot het Tweede Geslacht Patriciërs, oorspronkelijk het geslacht Van Calsteren, van de historische zeven geslachten van Leuven. In de 15de eeuw kwam er het hotel Ratteman. Alleen delen van het 17deeeuwse huis zijn achteraan in de steeg nog terug te vinden.
Het is pas later dat de rat ook een positieve rol is gaan spelen in onze samenleving. Dat ratten
ook ten dienste kunnen staan van de mens bewijst de reuze Afrikaanse hamsterrat door zowel landmijnen, illegaal vuurwerk als tbc op te sporen. Hun licht gewicht, super reukzin en goede trainbaarheid maken hun bij deze opdrachten onmisbaar. Ook ratten kunnen kleine helden zijn.
Ook in de cartofilie heeft de rat zich onbeschaamd genesteld. Lees maar even mee.
De rat als adviseur
Prentbriefkaart/gravurekaart van een voorraadkelder met wijnvaten en ratten, zonder vermelding uitgeverij, niet gelopen.
De ratten kruipen bovenop de houten tonnen en de keldervloer.
Op de voorzijde van de prentbriefkaart geven de ratten nog volgende poëtische raad mee :
“Ne faut-il que délibérer,
La cour en conseiller foisonne;
Est-il besoin d’exécuter
L’on ne rencontre plus personne.”
vertaald
“Is het alleen nodig om te beraadslagen,
Dan is de rechtbank van adviseurs in overvloed;
Is het nodig om te vluchten,
Dan kom je niemand meer tegen.”
Dit is een citaat van de bekende Franse dichter Jean de la Fontaine °08-07-1621 †13-04-1695, de meester van de fabel, de moralist die dieren aanwendde om de menselijke aard iets over zichzelf te laten leren en wiens motto was ‘behagen’ en ‘instrueren’.
De rat in oorlogstijd
Prentbriefkaart van een succes-volle rattenvangst in de loopgraven van de oorlog in Vlaanderen, zonder vermelding uitgever,
niet gelopen, aan de achterzijde voorzien van een handschrift van een Duitse soldaat aan zijn moeder.
“Liebe Mütter …” Duitse soldaat Herman vraagt aan zijn moeder om deze kaart goed te bewaren. Hij doet haar vele groeten en het gaat hem goed. Aangezien het om een fotokaart gaat, vermoed ik dat Herman, op deze prentbriefkaart afgebeeld staat. Vermoedelijk wil hij deze kaart bewaren, gezien de expliciete vraag. Deze bijzondere kaart toont een groep Duitse soldaten, die samen met hun hond een 20-tal bruine ratten gevangen hebben in de Vlaamse loopgraven. Vol zwarte humor schreven ze op een planken bord “Fleischnot inn Flanderns Schützengräben”. En Ja, vleesnood was er zowat overal in België, al was er aan ratten blijkbaar geen gebrek !
De rat en één van zijn belagers
Prentbriefkaart van een rat, gevangen door zijn belager de hond, zonder vermelding uitgeverij,
gelopen met datumstempel Bruxelles départ 30-01-1910 tussen 18 en 19 uur en verstuurd naar Schaarbeek.
Rattenvangers zijn hondensoorten die specifieke eigenschappen bezitten om ratten op te speuren en te doden. Het zijn meestal terriërs, pinschers, jachthonden en natuurlijk de Praagse Rattler, vernoemd naar dit beroep. Ten tijde van Karel IV, koning van Bohemen (Tsjechië) vanaf 1347, hield deze Praagse Rattler het koninklijke hof vrij van ratten, muizen en ander klein ongedierte. Ook windhondensoorten hebben een natuurlijk jachtinstinct en zullen vluchtende ratten steeds achternagaan.
Prentbriefkaart van een rat gevangen in een rattenval onder de nieuwsgierige observatie van een hond, zonder vermelding uitgeverij, gelopen met datumstempel Bruxelles départ 30-01-1910 tussen 18 en 19 uur en verstuurd naar Schaarbeek.
Heel dikwijls gingen in Leuven periodes van grote hongersnood gepaard met grote uitbraken van de zwarte dood, zoals de pest ook wel genoemd wordt. Mislukte graanoogsten door natuurgeweld, oorlogen en verwoestingen joegen de graanprijzen de hoogte in, waardoor de gewone Leuvenaar niet meer in staat was om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. De gezondheid verzwakte en het dikwijls samenleven met een halve veestapel in en rond het huis, maakte dat er niet veel nodig was om de pest te laten toeslaan. Naast het aanroepen van een hele reeks pestheiligen, konden vanaf de 2de helft van de 14de eeuw de Leuvense krankzinnigen en pestlijders rekenen op de bijstand van de Cellenbroeders of Alexianen van Camilo Torres. Vanaf 1438 werden de zwakzinnigen ook opgenomen bij de Zwarte Zusters in de Schapenstraat. Ook de Leuvense begijnen verzorgden in hun infirmerie noodlijdende zieken.
De rat in Frankrijk
Prentbriefkaart van de corso of het carnaval in Aix-en-Provence, uitgeverij Collection Jaussaud – Aix, gelopen met afstempeling tussen 9 en 10 uur en verstuurd naar Marseille.
Aix-en-Provence is een stad in Zuid-Frankrijk en behoort tot het departement Bouches-du-Rhône. Het carnaval in Aix-en-Provence is een jaarlijks groot collectief feest in april, als resultaat van de Grieks-Romeinse en Christelijke tradities. De stoet loopt langs de Cours Mirabeau, de befaamde laan in Aix-en-Provence met zijn platanen, oude herenhuizen en twee fonteinen. De feestperiode van carnaval of mardi-gras verscheen in Aix-en-Provence in de 16de eeuw. Het groeide uit tot een collectief straatfeest met de bewoners als echte acteurs. Het carnaval verloopt jaarlijks in de sfeer van een bepaald thema. Of het carnaval op deze prentbriefkaart in het teken stond van ‘Quand les chats n’ y sont pas, les rats dansent’ of ‘Als de katten er niet zijn, dansen de ratten’, is niet direct bewijsbaar. Uit de prentbriefkaart kan het alleszins niet afgeleid worden. Opmerkelijk is ook dat het woordje ‘ratten’ gebruikt wordt en niet ‘muizen’, zoals gebruikelijk.
Na het nodige speurwerk heb ik besloten om de ingewikkelde linguïstische verklaringen hiervan achterwege te laten. Wat ik onthouden heb is dat er verschillende verklaringen kunnen zijn voor het gebruik van het woordje ‘ratten’. Gezegden die gelieerd worden aan katten zijn talrijk en worden al honderden jaren gebruikt. Het allereerste gezegde in deze context dateert uit de 16de eeuw. Dit lijkt me niet verwonderlijk aangezien dit de eeuw bij uitstek was waarin de aanwezigheid van zowel katten als ratten vermoedelijk een grote rol speelde in het dagelijks leven van de mens. Aangezien de carnavalsviering van Aix-en-Provence een typisch traditioneel karakter heeft, is de link snel gelegd.
Anderzijds heb ik uit een andere Franse prentbriefkaart met een verwijzing naar katten en ratten, kunnen afleiden dat bepaalde inwoners uit bepaalde regio’s in Frankrijk vergeleken worden met uit regio X ‘de katten’ en uit regio Y ‘de ratten’. Het zou dan gaan om noordelijke en zuidelijke regio’s. Het is dus best mogelijk dat deze verwijzing ook in een historische context kan geplaatst worden, gezien de vele veldslagen die er gewoed hebben.
Een derde en laatste verklaring voor het gebruik van dit gezegde is de humanisering van ‘de kat’ en ‘de rat’. Het kan wijzen op ‘als de superieure bazen (de katten) er niet zijn, dan dansen de werkmensen ‘de ratten’, ofwel ‘als de superieure mensen (de katten) er niet zijn, dan dansen de echte ratten ! Zoals je kan lezen, zijn er voldoende opties om je favoriete verklaring te kiezen !
De rat in Duitsland
Prentbriefkaart met Ratten-vangersgroeten uit Hamelen, uitgeverij Cramers Dortmund, gelopen met afstempeling ‘Hamll die Rattenfängerstadt17-04-1953’ en verstuurd naar Thüringen
De saga over de rattenvanger van Hamelen is een populaire legende die de meesten onder ons doen terugdenken aan hun kindertijd. Maar hoe zat het nu precies met al die ratten in het Duitse stadje Hamelen ? Het spannende verhaal dat ons als kind verteld werd, was vermoedelijk in grote lijnen gebaseerd op het bekende boek ‘Duitse Sagen’ van de Gebroeders Grimm, waarvan de publicatie rond 1845 plaatsvond.
De stad Hamelen ligt in het westen van Duitsland, kort bij de Nederlandse grens. Daar speelden zich de gebeurtenissen af op 26 juni 1284 in een tijd waar de stad overspoeld werd door ratten. Het was een echte plaag. Zowel het stadsbestuur als de bevolking waren ten einde raad, tot de aankomst van de rattenvanger nieuwe hoop bracht. Als fluitspeler lokte hij de ratten en liet ze verdrinken in de rivier de Wezer. Wanneer het stadsbestuur weigerde de beloofde beloning te betalen, keerde de rattenvanger terug op een moment dat de inwoners van Hamelen in de kerk zaten. Hij speelde fluit en lokte zo 130 kinderen mee, die hij een grot binnenloodste en opsloot.
Alhoewel de rattenvanger van Hamelen een volksverhaal is, zou het verdwijnen van de kinderen wel degelijk berusten op een waargebeurd feit. De gebeurtenis stond oorspronkelijk afgebeeld in de kerk van Hamelen op een glas in loodraam uit de 14de eeuw. In 1660 werd het glas vervangen en in 1945 brandde de kerk uit. In de 16de eeuw liet Jan Wier, als één van de eersten, dit feit opnemen in zijn drukwerk. Jan Wier ontdekte in Hamelen officiële documenten waar men dikwijls als datering gebruikte: ”X jaar na de verdwijning van de kinderen”. Langs de ‘Trommelloze straat’, verlieten de kinderen de stad. Men verbood er rinkelende tamboerijnen en dansen. Dit alles vond Jan Wier terug in beschrijvingen en oorkondes van de stad.
Door de eeuwen heen had vrijwel iedereen een eigen mening over de gebeurtenissen in het door ratten geteisterde Hamelen met zijn verdwenen kinderen. Het onderwijs, de wetenschap, de clerus, de historici, allen verkondigden ze hun eigen waarheid. Duivelsacties, kinderkruistochten, emigratie, kindsoldaten, besmettelijke ziekten, trancetoestanden kwamen allemaal aan bod. Ook het begin van de oostkolonisatie werd als mogelijke verklaring vermeld. In de 13de eeuw ontstond in Westfalen, waarin Hamelen gelegen was, een gebrek aan landbouwgrond door de groeiende bevolkingspopulatie. Vooral ten oosten van de Elbe, de Saale en de Oder bevond zich onontgonnen land, die de Duitse adel wenste te exploiteren. Het gebied tussen Wittenberg, Bad Belzig en Jüterbog wordt heel toepasselijk ‘der Flaming’ genoemd, naar de Vlamingen die er zich kwamen vestigen.
Prentbriefkaart Frankrijk – gelopen – een kaartje van het rattenkleinkind aan haar oma
Bruine rat (boven) en zwarte rat (onder)
Wat men er ook over denkt, alles begon uiteindelijk met een horde doodgewone ratten, die er toch maar in slaagden om 738 jaar later nog steeds over hun te laten praten !
Bron: Wikipedia